Afspraak is afspraak. Of toch niet?

Published On: 3 juli 2024

Op 3 juli 2024 heeft de arbitragecommissie uitspraak gedaan over een geschil tussen FC Utrecht en Feyenoord inzake de betaling van opleidingsvergoedingen voor drie jeugdspelers die van FC Utrecht naar Feyenoord waren overgestapt. Opleidingsvergoedingen zorgen ervoor dat het voor clubs aantrekkelijk blijft om te investeren in de jeugdopleiding en daarmee bij te dragen aan de ontwikkeling van het voetbal in Nederland. FC Utrecht stuurde Feyenoord een factuur voor de overname van deze spelers, gebaseerd op het zogeheten herenakkoord.

Het herenakkoord en het KNVB Pool Reglement

Het herenakkoord is een onderlinge afspraak tussen zes clubs (Ajax, AZ, Feyenoord, FC Utrecht, PSV en Vitesse) waarbij een standaardvergoeding per opleidingsjaar wordt betaald wanneer een speler door een van de andere clubs binnen het akkoord wordt overgenomen. Het akkoord is gesloten met als doel voorkomen dat clubs jeugdspelers bij elkaar wegkapen zonder vergoeding.

De discussie tussen Utrecht en Feyenoord draaide om de status van het herenakkoord ten opzichte van het KNVB Pool Reglement. Dit reglement bepaalt dat clubs een vergoeding ontvangen voor opgeleide spelers, afhankelijk van de opleidingskosten en de duur van de opleiding.

FC Utrecht stelde dat het herenakkoord losstaat van het KNVB Pool Reglement en vorderde daarom betaling conform het herenakkoord. Feyenoord betoogde daarentegen dat het herenakkoord slechts een tijdelijke afspraak was in afwachting van het nieuwe KNVB Pool Reglement en juridisch niet afdwingbaar was.

De uitspraak van de arbitragecommissie

De arbitragecommissie oordeelde dat het herenakkoord was bedoeld om gedrag te sturen, maar dat het een gentlemen’s agreement betreft en juridisch niet afdwingbaar is. Feyenoord hoefde daarom de gevraagde vergoeding niet te betalen. De arbitragecommissie overwoog dat als de vergoedingsregeling van het herenakkoord zou gelden boven respectievelijk in aanvulling op het Pool Reglement meer zou worden vergoed dan de werkelijke opleidingskosten. Dat gaat verder dan noodzakelijk is ter verwezenlijking van de doelstelling om clubs aan te moedigen te blijven investeren in de jeugdopleiding en kan belemmerend zijn voor de vrije keuze van jonge talentvolle spelers om over te stappen tussen één van de zes clubs bij het herenakkoord.

Deze uitspraak heeft niet alleen duidelijkheid gebracht in het geschil tussen Feyenoord en FC Utrecht, maar heeft ook de werking van het herenakkoord nader uitgelegd. De arbitragecommissie heeft duidelijk gemaakt dat dit akkoord niet juridisch afdwingbaar is en dat het KNVB Pool Reglement leidend is voor vergoedingen bij binnenlandse jeugdtransfers. Dit kan aanleiding zijn om het Pool Reglement verder te verduidelijken en aan te passen aan de behoeften van de clubs.